Kleine kerken hebben grote mogelijkheden

Hieronder vind je de bijdrage die pastor Nico van Splunter hield op het Zinspiratiefestival van Geloven in Spangen. Op 30 november 2019 werd het vijftienjarig bestaan gevierd en deelde hij de geleerde lessen.

Kleine kerken hebben grote mogelijkheden

Beste mensen,

Als kind las ik maar wat vaak de stripverhalen van Asterix en Obelix. Overigens doe ik dat nog graag. Wie kent ze niet? Asterix met z’n grote snor en z’n kleine hondje Idefix en de, zeg maar gerust, behoorlijk corpulente Obelix die altijd en overal op everzwijnen jaagt.  De inleiding van de strips beginnen altijd met deze woorden: “Zo’n 2000 jaar geleden was heel Gallië (zo heette Frankrijk toen) bezet door soldaten van Ceasar, de Romeinse veldheer. Heel Gallië? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Romeinen in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk…”

Ik vond en vind dat wel wat hebben. Een beetje zoals de kleine herdersjongen David het tegen reus Goliath opneemt. Dat kleine, nietige, niets voorstellende neemt het op tegen een veel grotere variant en wint dan ook nog.

Nu is het vandaag geen wedstrijd van grote kerken tegen kleine kerkjes. Gelukkig niet. Overigens, alle kerkgemeenschappen zijn, op misschien die paar grote kerken in de bible-belt na, een gemarginaliseerd fenomeen in onze samenleving geworden.

Hier in Spangen werd de Kapel van Spangen, die gelijk met de eerste woningen van de wijk werd opgeleverd, na nog geen 40 jaar trouwe dienstjaren al in de verkoop gedaan. Inmiddels zijn we ruim 50 jaar verder en zijn de woningen die er op de plek van de kerk gebouwd zijn al aan een tweede renovatie toe.

In onze stad, en tegenwoordig ook in middelgrote steden of kleine dorpen, is massaal kerkbezoek iets wat inmiddels tot een grijs verleden behoord. Kerkbesturen maken zich nu vooral druk hoe ze met een krimpende geloofsgemeenschap (en minder inkomsten) de kosten kunnen blijven ophoesten. Daarbij gaat er heel veel energie verloren die naar mijn mening beter ingezet kan worden waar de kerk écht voor bedoeld is.

De missie van God zélf

Zo kwam ik zelf hier dus ruim 9 jaar geleden aan. Geen kerkgebouw meer, geen christelijk gemeenschap die verbonden was met de wijk, maar wel met een missie. De missie van God die in Jezus zelf ooit klein begon. De bekende Zuid-Afrikaanse missioloog, David Bosch, heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw de uitdagende stelling geponeerd, dat missie altijd vanuit de marge begint. Jezus zelf werd ‘in de marge’ geboren en kwam vanuit de marge naar ons toe. God werkt vooral vanuit de marge, aldus Bosch.

Terug naar Geloven in Spangen anno nu. Er is in de 15 jaar die achter ons ligt veel gebeurd. We hebben veel gezocht, ontdekt, geleerd en we moesten vooral ook veel afleren. Twee stappen vooruit en vaak ook weer drie achteruit soms. We zijn nog lang niet uitgeleerd, maar we hebben er wel mee leren dealen. Wat dat betekent? Dat we het mooie, het goede en het betekenisvolle van dat kleine in zijn gaan zien. Zeg maar gerust: Met de Messias in de modder. Het houdt je klein, bescheiden en ook, misschien wel juist daarom, ‘verwachtingsvol’, omdat het allemaal niet maakbaar is.

Klein en in de marge dus. Daarmee is het glas halfleeg… maar als pionier ben ik een positieve denker en zie ik al snel een half vol glas. Het is ook maar hoe je kijkt natuurlijk. Ik probeer wat concreter te worden en de dingen wat meer uit te werken. Ik kwam totaal aan 8 punten waarom kleine kerken grote mogelijkheden hebben.

1. Een kleine gemeenschap vormt een warme gemeenschap

Als eerste kun je zeggen: klein in getal – maar je met hetzelfde recht kan je ook zeggen: groot is het persoonlijke contact tussen mensen onderling en dat maakt de warme gemeenschap van Geloven in Spangen. Mensen die voor het eerst binnenkomen bij Geloven in Spangen geven dat ook vaak aan ons terug.  Het voelt als ‘een warme deken’ of als ‘thuiskomen’ voor mensen. Veel mensen die binnen komen lopen hebben het nodig dat ze gezien, aanvaard en empowered worden.

Zo’n 90% van de mensen die betrokken zijn geraakt bij Geloven in Spangen wonen overigens op dezelfde vierkante kilometer. En dan is er altijd iemand in de buurt die van je houden kan, zong zanger René Froger lang geleden. Voor de gemeenschap van Geloven in Spangen ziet dat ‘houden van’ er zo uit: je leent een auto als je plotseling naar het ziekenhuis moet maar geen vervoer hebt. Een ander haalt je kind uit school als je zelf bent opgehouden. Je laat mensen aanschuiven aan je tafel als je teveel gekookt hebt. Je deelt een wasmachine als die van jou kapot is en even geen geld hebt voor een ander exemplaar of je vraagt een ander om een sollicitatiebrief te schrijven als je zelf geen laptop en ook geen printer hebt en/of überhaupt moeite hebt met het schrijven van een brief. De voorbeelden die ik noem zijn er slechts enkele die ik de afgelopen weken ben tegengekomen. En geloof me, de meeste voorbeelden bereiken mij niet eens omdat ze voor de betrokkenen het noemen niet eens waard zijn. Het is voor hen ‘gewoon’ geworden om het leven te delen.

Vorige week schreef iemand aan een nieuw toegevoegde persoon in één van de vele app-groepen die Geloven in Spangen rijk is toen het haar even niet lukte om de kinderen naar een activiteit te brengen en iemand aanbood om haar kids wel even op te halen: “Ja Disha, zo is het als je hoort tot GIS”. Met andere woorden: We staan voor elkaar klaar als dat nodig is.

Het zijn allemaal kleine voorbeelden van een kleine maar hechte gemeenschap die samen het leven deelt met alles wat er voor mooie en minder mooie dingen op je pad komt. En zo’n kleine en warme gemeenschap is een aantrekkelijke gemeenschap.

2. Een kleine gemeenschap heeft iedereen nodig

Als tweede wil ik noemen dat een kleine gemeenschap iedereen nodig heeft. Alle hens aan dek dus! Want of je nu met veel of met weinig bent, een activiteit kan niet zonder voorbereiding en hulp bij de uitvoering gedaan worden. Het koffiezetapparaat moet aan, de stoelen moeten klaargezet worden en de printer loopt ook niet vanzelf. Ik heb gemerkt dat in de gemeenschap van Geloven in Spangen vrijwel iedereen vrijwilliger is. In veel kerken in Nederland is vaak de 20/80 regel van kracht, wat inhoudt dat 20% van de gemeenschap actief is en dat 80% van de leden consumeert.

Maar juist omdat we zo klein zijn zien mensen heel goed wat er gedaan moet worden en merkt men wat er nodig is om een activiteit goed of nog beter te laten lopen. Het voordeel van klein zijn is dat het ‘gemakkelijk instappen’ is. Als voorbeeld: Koffiezetten voor 30 mensen is nu eenmaal gemakkelijker dan voor 300. Want als je koffie gaat zetten voor 300 personen dan krijg je te maken met ingewikkelder apparaten die je thuis niet gebruikt.

Regelmatig krijg ik de vraag hoeveel vrijwilligers Geloven in Spangen wel niet heeft, als men ziet of hoort wat we allemaal organiseren. Een kleine gemeenschap nodigt vooral uit om zelf ook de handen uit de mouwen te steken. Zo zijn er vanmorgen mensen in de zaal die ik drie weken geleden nog niet kende, maar nu met verve vrijwilliger zijn.

Ongetwijfeld speelt het ook wel een rol dat we te maken hebben dat we in Rotterdam zitten – hier liggen de overhemden tenslotte al met opgerolde mouwen in de koopgoot.

Toch blijken veel kerken (en overigens ook andere organisaties) last te hebben van het probleem om vrijwilligers te vinden. Bij Geloven in Spangen ben je geen vrijwilliger. Je bent daar gewoon iemand die (eventjes) met iets mee helpt omdat je graag wil dat het gebeurd en goed is voor jezelf of voor de mensen in je buurt. Overigens kan dat eventjes gerust 1 of 2 dagen tijd per week van je agenda vragen.

3. In een kleine gemeenschap worden kwaliteiten en gaven snel ontdekt en ontwikkeld

Het voordeel van mensen die al snel aanhaken en taken op zich nemen – en dat is het derde – is dat je al snel in de gaten krijgt welke gaven en kwaliteiten iemand heeft. En steeds ben ik er weer van ondersteboven wat voor creativiteit en talenten mensen allemaal hebben in de gemeenschap van Geloven in Spangen! Zo blijf ik me er eerlijk gezegd nog steeds over verbazen dat we als kleine gemeenschap zoveel muzikanten in huis hebben! Maar ook mensen die een echte keukenprins of prinses zijn. Velen van jullie hebben er inmiddels van kunnen genieten. Daarnaast zijn er mensen die schilderen, anderen maken mooie dingen maken met gips. Op de tafel daar kunnen ze straks gekocht worden tijdens de lunch.

Het is natuurlijk mooi als er mensen zijn die bij de gemeenschap komen met kwaliteiten die je kan inzetten. Zo stapte krap twee weken geleden Wendy binnen, meegenomen door haar vriendin Simone. En Wendy blijkt een zeer getalenteerde singer/songwriter te zijn. Ze bespeelt meer dan 15 instrumenten. En geloof me, het is echt heel fijn als zo iemand mee gaat doen! Waarschijnlijk gaat ze volgende week zondag al meespelen in de muziekband…

Maar er is meer, want in een kleine gemeenschap worden niet alleen talenten snel ontdekt, maar ze worden ook veel meer en sneller ontwikkeld.

Want ook als je geen Wendy bent en maar 3 of 5 akkoorden kan meespelen dan doe je toch lekker mee. Zo kun je oefenen en leer je van anderen die meer kunnen. En voor je het weet speel je 35 akkoorden. En als je er een keer ‘naast’ zit, dan is dat helemaal niet zo erg! Iedereen kent je tenslotte en ze weten van je goede bedoelingen. Steevast krijg je bij de koffie een ‘brassa’ en mooie complimenten omdat je zo goed hebt gespeeld. En dat stimuleert! Zo zien we hier dat een kleine gemeenschap heel goed in staat is om creativiteit en talenten verder te ontwikkelen.

4. Een kleine gemeenschap is sneller gericht op ‘buiten’

Het vierde punt wat ik hier wil noemen is dat een kleine gemeenschap sneller gericht is op mensen buiten de eigen gemeenschap. Ongetwijfeld heeft dat ook te maken met ons DNA (onze theologie) waarin we meer mensen willen laten delen wat – of beter gezegd Wie – onze drive is. Maar sociologisch gezien is het ook heel gemakkelijk om mensen uit te nodigen en mee te nemen naar een viering, een huisgroep of een activiteit. Want in een kleine groep voel je je al snel gezien, gehoord en sneeuw je niet onder in de massa die al snel als onpersoonlijk kan ervaren worden. Dat heeft missionaire aantrekkingskracht.

Daarbij komt, dat de mensen die uitgenodigd worden door hun vrienden of buren, zien dat het meedoen bij Geloven in Spangen hun vriend of vriendin gewoon goed doet. Je knapt ervan op! En wie wil dat nu niet? Aanschuiven, aanhaken, meedoen, erbij horen. Het Engelse woord: Belonging staat voorop. Kom maar zoals je bent, meedoen kan altijd en kijk maar rustig of het wat voor je is. Je bent welkom bij ons omdat je ook welkom bent bij God die met open armen op je wacht.

5. Een kleine gemeenschap heeft korte lijntjes

En dan nu het vijfde punt. Als ik als extern adviseur bij kerken of kerkelijke organisaties in de keuken mag meekijken dan zie ik nog weleens een oerwoud aan commissies, taakgroepen, raden en werkgroepen. Als ik dan vraag hoe nu eigenlijk de bestuurlijke lijnen lopen en ik vraag hen om dat eens in kaart te brengen in een organigram, dan ontstaan er de prachtigste schema’s met bollen, vlakken en vooral heel veel lijnen door en over elkaar.

In ieder geval komt er op zulke avonden altijd heel veel gesprek en onderlinge discussie op gang. Vragen als: hoe weten we eigenlijk van elkaar wat we precies doen, hoe kan de communicatie beter, hoe betrekken we meer gemeenteleden erbij… ongetwijfeld zullen deze vragen, bij de meeste van u, niet nieuw in de oren klinken, vermoed ik.

Gewone kerkleden uit deze kerken zullen waarschijnlijk niet zo snel zicht hebben op het organigram. Een overzichtelijke website kan natuurlijk wel een beetje helpen, maar waarschijnlijk bellen zij toch liever iemand op die ze goed kennen als ze een vraag hebben. Vreemden (of mensen die je minder goed kent) bellen of mailen met je vraag is toch een stuk lastiger voor de meeste mensen. In Spangen zijn de lijnen kort. We hebben een kerkenraadscommissie die maandelijks vergaderd en daarnaast zijn er maximaal nog 10 andere vergaderingen per jaar waar iedereen bij aanwezig kan zijn. Zo is Geloven in Spangen van iedereen. En kan en mag iedereen meepraten over de lijnen die we uitstippelen en geven inmiddels onze ouderlingen en diakenen leiding aan dat proces.

Daarnaast wordt er vooral heel veel zelfstandig uitgedacht, voorbereidt en uitgevoerd. Korte lijnen helpen en stimuleren het eigenaarschap. Door weinig te vergaderen hebben we veel tijd over voor kleine werkoverlegjes of misschien beter gezegd: koffie-momentjes; met de kooksters van het wijkdiner over de aanschaf van nieuwe pannen, met de muziekgroep een extra oefenavondje, de huisgroep-leiding die met elkaar een bezinning doet, de koffie-ochtend van de ambassadeurs van ons gezondheidsprogramma Goed Bezig om bij te praten, of met elkaar brainstormen over Camping Live. Het zijn allemaal bijeenkomsten waar genoeg ruimte is voor échte ontmoeting. Waar de relatie belangrijker is dan de uitkomst van de vergaderpunten (als we die daar al hebben…).

Eerlijk gezegd is het natuurlijk ook veel minder gestructureerd. Gewoonweg chaotisch soms. Maar wel altijd gezellig, warm en waardevol. Misschien is dat wel een heel goed model voor de kerk van de toekomst: Méér relatie en minder organisatie.

En als het mis dreigt te gaan, dan hebben we altijd nog een appgroep. Meerdere zelfs. En niet te vergeten de relatie, de band met elkaar die groot maar niet klef is, en dan spring je gemakkelijk in voor de ander. Zo simpel is het soms.

6. Een kleine gemeenschap mis je mensen sneller

Dan mijn zesde punt: In een kleine gemeenschap mis je mensen sneller. Misschien denk je na het horen van voorgaande punten dat bij Geloven in Spangen alles koek en ei is. Een soort hemel op aarde. Nou, vergeet het maar. Ik noemde net al het twee stappen vooruit en weer drie achteruit. Vaak genoeg heb ik als pastor mensen langs zien komen. Gebutst en gebeukt. Kwetsbaar en tegelijk krachtig. Soms doen mensen even een poosje mee. Zie je mensen openbloeien. Opfleuren. Maar ja, tegelijk kan het leven mensen tegenzitten, en vluchten mensen met een veel te grote rugzak met bagage uit het verleden toch weer terug in het isolement. Of maken ze, op z’n zachtst gezegd niet zulke handige keuzes. En dan wisselen de adressen, of beter gezegd: de slaapplekken per maand en de mobiele nummers per week. Zo verdwijnen mensen in het bestand: adres onbekend.

Maar is het daarmee klaar? Over en uit? Nee, want we zijn een kerk. En een kerk, zo leg ik professionals in de wijk vaak uit, die is er voor mensen van de wieg tot het graf. Een constante onderstroom van aandacht en zorg voor mensen. Pastoraat, heet dat. Herderlijke zorg voor mensen onder elke omstandigheid. En soms gaat het goed, en soms gaat het minder goed met mensen.

Wat wel fijn is, zeker voor mensen die in hun leven al genoeg ellende hebben meegemaakt, is de gedachte dat je waardevol bent. Dat je ervaart dat gemist wordt, ook als er in je leven genoeg keren gezegd is dat je niks kan en niks waard bent. Zelf zo vaak dat je er zelf in bent gaan geloven. Wat doet het dan goed als je hoort dat mensen voor je bidden, ook als jij het zicht op de hemel even bent kwijtgeraakt. Dat anderen jou gemist hebben.

Zo komt het maar al te vaak voor dat je als pastor een schaap kwijtraakt, maar dat een ander schaap zo’n ‘verloren’ schaap ergens tegenkomt in de stad, in een ziekenhuis, in de bioscoop, in de tram of in de supermarkt. En die onderlinge zorg voor elkaar is in een kleine gemeenschap nu eenmaal gemakkelijker vorm te geven. Het gaat bijna als vanzelf. Vaak heel onzichtbaar maar o zo waardevol. Even een heel kort momentje: “We hebben je al een week of 3 niet gezien. Was je ziek? Op vakantie? Wat scheelt eraan? We hebben je gemist!”

Nee, dat betekent niet dat iedereen die weg is wel weer terugkomt. Ieder mens mag zijn of haar eigen keuzes maken. Altijd. Tegelijkertijd staat de deur van onze ruimte en van ons hart wagenwijd open. En tot die tijd zullen we voor je blijven bidden, je af en toe een kaartje of een berichtje sturen als we je goede adres of telefoonnummer nog hebben of je een bezoekje brengen als je de deur tenminste voor ons wil opendoen. Aan jou de keus! Maar voor ons hoor je erbij!

7. In een kleine gemeenschap is de offerbereidheid groot

Inmiddels ben ik aan mijn één na laatste punt aangekomen. En dat is wel een dingetje: de financiële kant van het verhaal. Laat ik beginnen met te zeggen dat we superblij zijn met alle financiële steun en support die er is. Van subsidies die we ontvangen voor alle brede activiteiten waarmee we de wijk willen laten groeien en bloeien. En ook de financiële steun van andere kerken waarmee het ons mogelijk wordt gemaakt om al andere activiteiten mee te bekostigen.

Het kost natuurlijk gewoon veel, heel veel geld. Zeker als je een kleine gemeenschap bent, waarvan ik gekscherend weleens zeg dat de ene helft van de leden net uit de schuldsanering is en de andere helft of bij de voedselbank loopt of student is. Als het om financiële middelen gaat is het altijd zoeken dus. Tegelijk maakt het ons als gemeenschap heel creatief. Zoeken we naar nieuwe verdienmodellen. Zo draait ons wijkrestaurant tegenwoordig redelijk kostendekkend en de laatste maanden zelfs met een kleine winst. En met dat geld kunnen we weer andere mooie projecten doen. Vanzelf gaat dat natuurlijk niet. De meeste kosten zitten in de uren van de professional. En ja, helaas, ik kost dus ook geld. Hoe we daar mee aan de slag zijn daarover is straks meer te horen in de workshop ‘Economisch pionieren’.

De basis komt hierop neer dat we in de komende jaren willen we doorbouwen naar een steeds meer sustainable financieel model. Dat betekent dat we vooral op professionele uren gaan besparen. Maar tegelijk werken we aan synergie waar weer winst uit te halen valt.

Toch wil ik aan dit punt nog wel een ander aspect toevoegen wat hierboven buiten beeld is gebleven. En dat is de offerbereidheid. De offerbereidheid in een kleine gemeenschap is hoog. Financieel dragen mensen steeds meer bij. Geeft men met hart en ziel, omdat men weet hoe belangrijk alles voor hen of voor andere buurtbewoners is.

8. Een kleine gemeenschap is kwetsbaar

Ik kom bij mijn 8e en laatste punt. Uit wat ik tot nu toe heb gezegd blijkt hopelijk dat ik ontzettend blij en dankbaar ben met de kleine maar vitale gemeenschap die Geloven in Spangen in de loop van de jaren geworden is. Maar begrijp me goed, ik hoop wel dat er nog veel meer mensen bij komen. Als je me dan vraagt: hoeveel? Dan zal mijn antwoord zijn: ontzettend veel. Want, dan kunnen we nog meer betekenen voor mensen dichterbij en verder weg. Tegelijkertijd denk ik dat voor een gemeenschap de grens bij 80 tot 100 mensen wel bereikt is. Wil je geen dingen verliezen die ik hierboven genoemd heb.

Maar wat is erop tegen om een nieuwe gemeenschap, een andere community te starten, of een hele trits van kleine gemeenschappen die in verbinding staan met elkaar? Gemeenschappen van mensen die voor elkaar zorgen en omzien naar de andere groepen of individuen in de wijk.

Ik eindig met mijn laatste gedachte. Klein en kwetsbaar, het heeft ook wel iets. Want dat betekent dat het allemaal niet maakbaar is. Het maakt je heel afhankelijk. Net zoals het dorp van Asterix en Obelix steeds weer een ketel, een pot met toverdrank nodig heeft om te winnen om te blijven bestaan.

Ik eindig met een citaat van de apostel Paulus. Hij leefde overigens in dezelfde tijd al Asterix en Obelix. Hij schreef aan een heel klein clubje gelovigen, een net gestarte gemeente in de grote havenstad Korinthe. Hij heeft het ook over een ketel, een pot. En Paulus schrijft: “Maar wij zijn slechts een aarden pot voor de schat. Het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God.”

Paulus ziet vooral kwetsbare mensen in Korinthe. Hij zelf is er ook eentje. En wie niet?

Iedereen loopt krassen, gaten, builen en scheuren op in zijn leven. Zeker in Spangen! Opgroeien in een kindertehuis zonder ouders, seksueel misbruik, financiële uitbuiting, een ex met losse handjes, als voetveeg gebruikt worden omdat je huidskleur donkerder is dan de rest, verslavingen en de gevolgen ervan, etc. Aarden potten met scheuren genoeg. Scherven zelfs. Maar juist dan zie je door de kieren en scheuren het goud van de schat blinken. God zelf is aanwezig! Hier in Spangen, in de levens van mensen. Daarom zingen we hier bij Geloven in Spangen maar al te graag: ‘God is a good God – Yes he is!’

Nico van Splunter

Tags